Als ik sterf, ik zal denken…

Als ik sterf, ik zal niet meer denken aan de woorden die in boosheid gesproken zijn, geen gedachten wijden aan de momenten van verwarring en miskenning en ook de messen die mijn hart doorboorden en mij in scherven achterlieten ik zal ze vergeten zijn, ik zal alleen nog denken aan de trage dingen die mijn ziel met vrede vervulden zoals de dieren die zwijgzaam gingen in het late middaglicht en terwijl ze gingen voelde ik hoe in mij een stilte groeide waarin alles verdween wat geleden werd.

Als ik sterf, ik zal gedenken hoe vogels vredig cirkelden boven de eeuwenoude toren van de kerk terwijl zonnestralen de gouden wijzers verlichtten, ik zie nog het magische glimmen van de nummers…. Ik zal me niet langer herinneren al de dingen die niet werkten, de boten die ik tegen de stroom in roeide, de liedjes die tegen de wind in gezongen werden, ik zal ze alle vergeten zijn ik zal alles vergeten zijn wat mijn hart of ziel korte of lange pozen met pijn vervulde. 

Ik zal alleen nog denken aan de zachte tred van dieren, ik zal precies kunnen vertellen hoe de giraffe met een onwereldse gratie het blad van de boom afknabbelde, ik zal me nog precies herinneren welke kleur zijn strepen hadden en hoe zijn blik langzaam oplichtte in de middagzon, ik kan je de details geven van de wolken die boven zijn machtige kop schitterden en de vorm van zijn enorme tong kan ik je ook nauwkeurig beschrijven. 

Verdwenen zullen alle tranen zijn die van mijn wangen gleden, verdwenen ook de lange nachten. Ik zal alleen de tochten nog weten die me in velden vol wilde bloemen brachten en de keren dat ik op bergtoppen naar de sterren staarde, zoals toen de twinkeling naar mij lachte… Als ik afscheid neem van deze wereld, ik zal me niet de momenten herinneren dat we tegen elkaar schreeuwden maar louter die dat we in stilte naar elkaar keken en elkaar toch woordenloos begrepen.

De taal van de grote stilte

Misschien ben ik straks geen schrijver meer want het wordt zo stil in mij en alle woorden vliegen weg als dansende vlinders. Ik zie dat deze wereld die zoveel praatjes had langzaam weer naar de aarde toe beweegt, langzaam raken ook mijn voeten weer de grond. De muziek die vele wanden deed trillen, begint nu op gedemptere toon te spreken en ik leer nieuwe talen van de bomen in het bos en de zwijgende dieren in de met maanlicht overgoten weide.

Misschien zullen alle talen die tot nu toe klonken spoedig verstommen en zal een grote stilte over deze aarde dalen. De vele ratelende monden en de jachtig bewegende handen zij zullen straks landen zoals een vliegtuig in een met zonlicht overgoten weide. Straks zullen de vele woorden die in haast gesproken zijn wegfladderen en de vele kreten in ergernis of ontreddering op muren geschreven zij zullen niet langer leesbaar zijn want de muren zelf zullen vallen.

En als je goed luistert dan kun je haar al horen, deze grote Stilte. Ze is niet werkelijk stil, ze is een symfonie die uit de diepten van je ziel langzaam komt aanrollen, er zijn nog wel fragmenten van oude geluiden, maar ze verwaaien zoals een eenzame hut op een komkommerveld, even nog klinken verwilderde klanken, maar dan is er alleen nog een zacht waaien, een teder omruisen van iets wat ergens ooit geweest is, en langzaam begin jij nu zelf muziek te worden.

Langzaam begin jij nu de stem van jouw ziel te horen, ze was altijd diep bedolven, langzaam kun je nu voelen hoe hemelse vingers jou bespelen. Er zijn snaren in jou die tot klinken willen komen, er zijn unieke klanken in jou – laat de wereld niet langer wachten, de wereld heeft behoefte aan muziek die vol is van leven, de wereld verlangt woorden die niet als lege kranten verwaaien maar als vogels langs het luchtruim zweven. Misschien is de grote Stilte nu geboren. Luister, je kunt haar in jou horen spreken.

De kinderen van de toekomst

Ik zie ze komen in bonte stoeten, hun ogen glanzen in tinten die de wereld nog nimmer heeft gezien, hun voetstap is vrijer en hun dromen reiken verder dan de sterren. Hun blik doorziet onmiddellijk dat deze wereld naar nieuwe wegen zoekt en zij weten dat zij gekomen zijn om die te banen. Zij proeven dat de wereld naar nieuwe talen snakt en daarom uiten zij hun klanken met een vrijmoedigheid die je nog nooit op deze aarde zag.

Zoals zij hier wandelen, je zou kunnen geloven dat ze hier al eerder waren maar ze weten gewoon dat hun gaven nu meer dan ooit nodig zijn en dat het van hen afhangt hoe deze aarde zich zal ontplooien. Zij zijn degenen die we zochten, de gaven die wij in ons vermoedden brengen zij in een oogwenk naar de oppervlakte en de liefde die wij met vallen en opstaan ons in herinnering roepen stroomt uit het kloppen van hun harten.

Het kost ze geen moeite geheel vrij en zichzelf te zijn, geheel open en met alles diep verbonden, en ondanks al die vanzelfsprekendheid zijn ze toch een en al verwondering, een en al ontvankelijkheid voor wat deze aarde zo overvloedig geeft. Ze zien zichzelf als spelers in een goddelijk spel, en daarom delen zij hun gaven van ganser harte, ze hebben een kennis die over vele levens reikt en zijn in hun kleinheid grote leermeesters.

Ik zie ze komen in bonte stoeten, ze dragen geen donkere jassen maar uit heel hun gestalte straalt een lichtheid die je zelden op deze aarde zag, ze komen in steeds groter wordende groepen en je kunt wel doen of er niets gebeurt, maar deze transformatie is niet te stoppen. Met oude stenen kun je geen nieuwe wereld bouwen, we hebben nieuwe bouwers nodig, we hebben de kinderen van de toekomst nodig, kijk daar komen ze al in bonte stralende stoeten.

Als je mens wilt zijn op deze aarde

Als je mens wilt zijn op deze aarde, leg je hand dan in de mijne en volg me naar de weiden waar de wilde bloemen staan. Volg me naar de dalen waar de dieren zwijgend grazen, en waar het glanzen van de maan onze wangen verlicht. Vertel me onomwonden welke dromen in je hart huizen, vertel ze heel precies alsof je ze schreef op het laatste vel papier dat in de lade lag, vertel ze me heel zacht en zorg heel beslist dat je geen enkele droom vergeet.

Als je mens wilt zijn op deze aarde, zorg dan dat je hart altijd ruime kamers heeft waar een frisse wind waaien mag zoals in gastvrije hotels aan zee, waar balkondeuren uitkijken op een onstuimig bruisen of een streling die zo teer als vlindervleugels is. Zorg dat er altijd een kamer is waar geen meubels staan maar waar het licht vrij spelen kan en poezen als zij hun voeten binnen zetten achter stofjes in het licht aan jagen.

Als je mens wilt zijn op deze aarde, vergeet dan niet naar het broze licht te kijken, zoals het in de morgen met de bloemstelen speelt, of zoals het de vacht van paarden bovenaards doet glanzen. Ik weet op deze aarde gebeurt genoeg waarvan het zien alleen al je hart doet buigen, maar toch zijn er kinderen die zorgeloos spelen en in hun glanzende haren die tijdens het springen opwaarts bewegen schijnt een hemels licht. 

Als je mens wilt zijn op deze aarde, verlaat dan de menigte en volg de kleine beek waarvan het zachte ruisen stil als vlindervleugels is. En zie je ergens een vogel die de kleur van jouw hart op zijn vleugels draagt, weet dan dat jouw waarheid voor je uit zweeft. Spreek met de klanken die je ziel bewegen, en zorg vooral dat je je parels niet aan de zwijnen geeft. Als je mens wilt zijn op deze aarde, eerbiedig dan het licht dat in je aderen danst.

De grootste daad van verzet

De grootste daad van verzet is de weigering je menszijn uit handen te geven, is nee zeggen tegen een strijd die niet de jouwe is, is de overtuigingen die zich opdringen met grote schreeuwende namen buiten in de regen laten staan. Een groter verzet is er niet dan helder en onbevreesd dat woord te zeggen dat opwelt uit je hart, telkens wanneer je beproefd of uitgedaagd wordt.

Iemand die zich waarachtig verzet wil niet opstandig zijn. Hij weet dat alleen de waarheid gediend wil worden en dat daarin de werkelijke waarde van zijn leven schuilt. Het is de zuiverheid van zijn ziel die hem geen andere keuze laat. Onbegrip en haat zijn hem minder waard dan dat hij de meest zuivere tonen die in hem klinken verraden zou. Dat iemand dit van hem zou eisen is wat hij moeilijk begrijpen kan.

Zich verzetten kunnen alleen daadwerkelijk grote mensen die teveel achting voor het leven hebben om zich te laten koeioneren of klein maken. Zij weten dat zij iets in zich dragen dat geen kleine namen duldt, het is daardoor dat zij zich een vreemde in deze wereld wanen. Ze krijgen betaald voor het eelt dat zij zich op de handen werken, maar het goud dat in hun binnenste blinkt blijft onontgonnen.

De grootste daad van verzet is een ja tegen de stem die je hoort als alle stemmen om je heen verstommen, het is de vreugde die je schept in het bonzen van je hart tegen je ribben en het ritmisch bewegen van je vingers op de muziek van de wind. Er is geen andere dienst dan de dienst aan het leven, er is geen andere waarheid dan het woord dat klinkt in je ziel en dat in je dromen opspringt als een hinde.

Ik zou je helpen kijken

Als ik je helpen zien kan, ik zou je helpen kijken naar hoe in het vroege ochtendlicht de eerste bloemknoppen ontluiken en hoe langs een paarse hemel de eerste streepjes licht verschijnen. We zouden samen wachten hoe door het kattenluik de olijke poes naar buiten treedt, de snorharen wijsneuzig opgericht naar de hemel en druppels melk nog bungelend aan haar staart.

Als ik je helpen zien kan, we zouden in de haven zien hoe zonverlichte schepen de ruime oceaan opvaren, ze zouden niet weten hoe de reis verliep maar het verlangen om te gaan zou groter zijn dan de neerdrukkende last van het anker. Misschien zouden dolfijnen hun vrolijke neus boven de golven steken of misschien zouden onbekende eilanden hen uitnodigen met droomachtige kusten.

Op deze aarde is meer te zien dan kindertekeningen verraden. Als ik je helpen zien kan, we zouden samen uren kijken hoe vogelwieken om torentransen draaien en hoe kevers als balletdanseressen over een boomblad bewegen. We zouden op blote voeten op bergtoppen staan waar sneeuw net witte laagjes heeft gelegd en in maanverlichte bossen zouden we in een bed van naalden ons vermoeide lijf neerleggen.

Want deze aarde met haar geurende boomgaarden, deze aarde met haar daken vol sterrenlicht, is vol van onaardse poëzie. Als ik je helpen zien kan, we zouden naar wilde witte zwanen kijken die als fluwelen schepen door het nachtelijke duister drijven. En ik zou je aankijken en in je ogen zoeken en net zolang zoeken blijven tot uit hun diepten een onbedaarlijk daverend lachen opstijgt.

Vertel me mama…

Vertel me mama dat het suizen langs mijn raam een vorm van fluisteren is, dat de honden die naar me grommen diep van binnen vriendelijke snuiters zijn. Vertel me dat regenbuien eigenlijk zonnestralen zijn die nog wat moeite hebben om te gloeien en dat alle mensen diep van binnen naar het licht uitreiken. 

Vertel me mama dat mijn onzekerheid geen zwakte is, dat de onrust in mijn binnenste de geboorte van vele dromen is. Vertel me dat niet ieder vallen een stukbreken is, maar ook een minzaam naar de aarde buigen. Vertel me dat mijn kleine handen de reusachtige dingen bouwen kunnen die ik in mijn binnenste zie zweven.

Vertel me mama dat in alle mensen diepe dromen zweven, zoals in donkere bossen lichtgestalten dansen. Vertel me dat in smalle gangen deuren zijn die naar binnenplaatsen leiden waar zonnebloemen tegen muren staan. Vertel me dat in gevangenissen trappenhuizen zijn naar binnenplaatsen waar licht tegen muren kaatst. 

Vertel me mama dat de duizend kleuren die ik droom dezelfde kleuren zijn die in duizend harten te sluimeren liggen. Vertel me dat mijn rol is duizend schaduwen naar het licht te buigen. Er zijn zo vele donkere, zoals er ‘s nachts vele monsters onder mijn bed liggen. Vertel me mama dat ze er wonen omdat mijn dromen hen diepe troost brengen.

Het leven is vol van LEVEN

Overal om je heen zijn bonzende harten, overal om je heen stroomt adem langs lippen. Het is de menigte met warme handen, het is de menigte met vurige blikken. Één stap moet worden gezet, één voet moet naar voren geschoven zodat er schouders zijn gelijk met de jouwe, blikken die de jouwe vinden en uit je hart dat ergens in jouw borstkas tikt stroomt een energie die niet van deze aarde is.

Overal is verlangen naar leven, overal is reikhalzen naar licht. Het zijn de mensen met de bonzende harten. Ze hebben lichamen als golvende zeeën, ze hebben stemmen als vurige zwaarden en in hun ogen brandt een licht dat niet van deze wereld is. Één blik moet gewisseld, één wang moet een andere wang vinden en de aarde verwarmt zich ogenblikkelijk. In vingers roeren tintelingen zich.

Overal zijn mensen als diepe lichtzeeën, als oceanen bewegen zij zich. Het is de mens met zijn warme handen, zijn ogen zijn glazen waarin kristallen dromen schitteren. Één ziel moet worden herkend gelijk aan de jouwe, één instrument met dezelfde snaren en een muziek klinkt die niet van deze aarde is. Overal zijn zielen, als lianen bewegen zij zich. Er is schoonheid en lichtschepen die langs de horizon varen.

Het bonzende leven is niet te stuiten, het wringt zich door kieren en gaten. Het zijn de mensen met harten die zingen, het zijn de kinderen met hunkeringen in hun lijven. Hunkeringen naar lachen, hunkeringen naar liefde en naar grote namen aan de hemel schrijven. Ik zie mensen met bonzende harten naar de horizon schrijden, rondom hun lippen is een lach en in hun haren een krans van seringen.

Draag de wereld naar een nieuwe morgen

Draag de wereld op je schouders met al haar verschrikkingen en wandel naar het gouden streepje zonlicht aan de horizon. De menselijke geest is sterker dan de diepste hel. Neem de mensheid op je schouders met al haar tranen en teleurstellingen en wandel naar het licht van een nieuwe morgen. Er is een nieuwe morgen zolang jij je ogen op haar gericht houdt. Richt je ogen naar het licht.

De vele tranen en verzuchtingen, neem alles maar mee en laat geen kreet van vertwijfeling en geen woord van wanhoop achter. Alles moet mee want alles wil geheiligd, alles wil van te grote ik-betrokkenheid bevrijd en in het grotere licht-leven helend opgenomen. Alles wil sterven aan zichzelf. Alles wil zich openen voor het grote leven dat zich in alles klaterend ontvouwt.

Draag de wereld op je schouders, de rampen en de droefheid, de menselijke geest kan alles aan want in haar woont de geest die alles draagt en uit dovende sterren nieuwe vonken baart. Neem de kinderen op je schouders die met onzekere blikken in het duister staren. Neem ze mee en wijs ze waar vogels op gouden takken zitten en waar handen vermoeid van eeuwen genezende watervallen vinden.

Kijk niet om, want je zou kunnen gaan geloven dat er eigenlijk geen pad is of dat jij niet gemaakt bent voor een taak zo groot als deze. Vind geloof in de kleine dieren die met de moed van leeuwen nesten bouwen in het tanende licht. Niemand weet wat de nacht brengt. Maar het licht dat als een zachte regen door de takken scheert doet beloftes van iets teers en breekbaars dat niettemin niet sterven kan.

Gun het de tirannen niet

Gun het de tirannen niet dat ze je dromen stelen – ze verdienen je gedachten niet. Bewaar het zinderen van je hart voor hen die liefhebben. Luister liever naar het zingen van de avond en het ruisen van je adem op de zachte melodie van de nacht. Gun het de tirannen niet dat je meer spoken ziet dan vlinders die om tedere bloemstelen spelen. Luister, want er zijn eenden in het riet.

Er is een nieuwe wereld voorbij het denken, voorbij de spinsels die ze in je dromen gieten. Denk niet eens aan wat ze zouden kunnen doen, denk aan wat jij doen kan in je stoutste dromen. Gun het de tirannen niet dat je achter kleurloze ramen wachten blijft, terwijl buiten knalrode ballonnen naar de hemel stijgen. Laat wat er in je leeft aan dromen vandaag nog het ruime sop kiezen.

Zie je een zon die boven de einder stijgt, juich dan, en wanneer kinderen hun zuurstokroze dromen aan je voorleggen, laat je plannen voor die dag dan varen en volg hen. Gun het de tirannen niet dat je aan het leven wanhopen zou, ook al zaagde het je hart viermaal doormidden en moest je vaker opnieuw beginnen dan je lief was. Sta altijd klaar als een nieuwe lokroep je nodigt. 

En wees vooral niet sceptisch of weifelend waar het om de liefde gaat, gun het de tirannen niet dat je je hart aan kleine verhalen kleven laat – de liefde is een pauw die al wat je in je bergt naar buiten vouwt. En als je twijfelt aan de weg en ieder spoor geweken lijkt, weet dan dat jij degene bent die de weg baant. En als alle sterren zwijgen en de aarde zich in duisternis dompelt, gun het de tirannen niet dat jij jouw licht dooft.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is image_6483441.jpg
Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag