Als ik sterf, ik zal niet meer denken aan de woorden die in boosheid gesproken zijn, geen gedachten wijden aan de momenten van verwarring en miskenning en ook de messen die mijn hart doorboorden en mij in scherven achterlieten ik zal ze vergeten zijn, ik zal alleen nog denken aan de trage dingen die mijn ziel met vrede vervulden zoals de dieren die zwijgzaam gingen in het late middaglicht en terwijl ze gingen voelde ik hoe in mij een stilte groeide waarin alles verdween wat geleden werd.
Als ik sterf, ik zal gedenken hoe vogels vredig cirkelden boven de eeuwenoude toren van de kerk terwijl zonnestralen de gouden wijzers verlichtten, ik zie nog het magische glimmen van de nummers…. Ik zal me niet langer herinneren al de dingen die niet werkten, de boten die ik tegen de stroom in roeide, de liedjes die tegen de wind in gezongen werden, ik zal ze alle vergeten zijn ik zal alles vergeten zijn wat mijn hart of ziel korte of lange pozen met pijn vervulde.
Ik zal alleen nog denken aan de zachte tred van dieren, ik zal precies kunnen vertellen hoe de giraffe met een onwereldse gratie het blad van de boom afknabbelde, ik zal me nog precies herinneren welke kleur zijn strepen hadden en hoe zijn blik langzaam oplichtte in de middagzon, ik kan je de details geven van de wolken die boven zijn machtige kop schitterden en de vorm van zijn enorme tong kan ik je ook nauwkeurig beschrijven.
Verdwenen zullen alle tranen zijn die van mijn wangen gleden, verdwenen ook de lange nachten. Ik zal alleen de tochten nog weten die me in velden vol wilde bloemen brachten en de keren dat ik op bergtoppen naar de sterren staarde, zoals toen de twinkeling naar mij lachte… Als ik afscheid neem van deze wereld, ik zal me niet de momenten herinneren dat we tegen elkaar schreeuwden maar louter die dat we in stilte naar elkaar keken en elkaar toch woordenloos begrepen.